De Monte Cetona zet de luchten
van cipressen en pijnbomen
naar zijn hand.
Zijn rug heeft geen achterkant.
Ik sta
klein, vang
het gewonde licht van zijn flanken
draai om mijn as.
Fresco’s van Perugino
spiegelen op de binnenkant van mijn schedel.
In het uur blauw
haal ik een oude zucht boven en
wacht
op het gewroet van everzwijnen,
het geblaas van uilenjongen.
Wat er toe doet,
hou ik,
net voor de nacht zich strak trekt,
voor mezelf
verborgen.
Zoooo mooi, Hilde!!!
Dank je
LikeLike
Prego!
LikeLike