Ruimte

drijvend op membranen glijdt ons universum

in een theorie van alles

liggen elf dimensies opgeplooid

zijn onze zintuigen van zekerheid geroofd

op een afstand van twee biljoen lichtjaren

nemen we een superleegte waar

we ons op blindstaren

elk ogenblik gevat in een vorig, op een volgend

elk nu losjes gestrikt op zijn continuüm

we denken niet in woorden als begin, eind of intussen

gisteren en vandaag zijn parallelle sporen zonder lussen

we gooien ons hoofd in onze nek en voelen de ruimte

Plaats een reactie